Al een paar weekjes haal ik Saar op in de ochtend. Haar baasje had een ongelukje gehad met sporten en kan even niet zo goed uit de voeten. Zielig voor hem, maar een kans voor Saar en mij. Ik neem haar dan mee naar het uitlaatterrein om onze vrienden van de Gremlingroep te ontmoeten. Drie baasjes, vier honden, dat gaat prima. En dan, op een ochtend komt de baas van Nora niet opdagen. Nora is er wel, maar dan samen met het kindje van de baas van Noor. “Mijn vader heeft gevoetbald en heeft nu een zere knie” verteld zijn dochter. “Hij kan niet lopen, wel een beetje strompelen…” “Zullen wij Nora dan maar meenemen”, vraagt het baasje van Milou, “zodat jij op tijd naar school kan?” En zo lopen we met twee baasjes en vier honden.
Van de week ging mijn baasje naar de sporthal, zoals ze elke maandag doet. Ballentas onder haar arm en de volleybalschoenen in haar hand. Om een half uurtje later terug te keren, hinkelend op 1 been. “Zweepslag”, zegt ze. “Scheurtje in de spier van mijn kuit. Ik kan niet goed lopen, Drop. Het spijt mij. We moeten een andere oplossing bedenken voor je uitlaatronde.”
Ik kijk het zo eens aan. Zie mijn baasje op de bank met haar been omhoog. Wat is er toch aan de hand? Sporten is toch zo gezond? Baasje van Saar kan niet goed lopen na een tennispartijtje, baasje van Nora kan niet goed lopen na een schop tegen een voetbal en nu mijn eigen baas. Het lijkt wel een vloek. De vloek van The Gremlins want het kan natuurlijk niet lang meer duren of ook de baas van Milou strompelt door de straten. Dan blijft er geen baasje meer over die ons samen brengt. Dit gaat niet de goede kant op.
Dan neem ik een besluit. Ik ga niet meer wandelen tot mijn baasje beter is. Ik blijf bij haar. Lig tegen haar aan en hou de wacht. Vrienden zijn leuk maar mijn baasje is mijn alles. Ik blijf bij haar!
Als Grote baas de volgende ochtend mijn riem pakt voor de eerste wandeling van de dag, kom ik mijn mand niet uit. Ik til zelfs mijn hoofd niet op. Ik ga in staking. Zonder het baasje ga ik de deur niet uit. Dit is mijn tijd van de dag met haar en niet met hem…
‘s Middags, als jongste de opdracht krijgt om mij uit te laten, maak ik er een spelletje van. Zodra hij mij roept, ga ik achter de stoel van mijn baasje zitten. Als hij om de stoel heen loopt om mij te grijpen, glip ik gauw naar de andere kant. We herhalen dit spelletje een keertje of 10 totdat de jongste brullend het commando “HIER” geeft. “Het is afgelopen met die streken, Droppie, je moet toch een keer een plas doen.” Ik buig mijn hoofd en kruip naar mijn baasje toe, ik ga niet mee…
Als de avond valt, zit ik zachtjes tegen mijn baasje aan, zij op de bank, ik er net voor. Ik geef haar een kusje op haar wangen en wrijf mijn neusje tegen haar kuit. Ik laat kleine scheetjes die behoorlijk stinken. Mijn buikje rommelt en gromt. Ik kijk mijn baasje aan. Gauw beter worden baasje, want ik moet toch nodig naar het toilet, maar wil alleen met jou op stap…